‘Dit jaar doe ik het niet hoor’, dacht ik nog. Ik wilde niet gaan vasten, deze veertigdagentijd. Ik heb wat last van het herfstige weer, ben moe, heb het druk met allerlei mooie opdrachten. ‘Ik kies nu even voor mezelf’, dacht ik stoer en geheel eigentijds. Voor jezelf kiezen is tenslotte de beste verantwoording voor alles wat je niet doet. Niemand die er tegenin durft te gaan.
Eén van de dingen waar ik het druk mee had, was het geven van een jeugdwerktoerusting in Oisterwijk. Het was een geweldige ochtend. Op een gegeven moment liet ik een verhaal uit de ‘Torrie van Mattie’ (zoek maar op YouTube) horen; de bijbel in straattaal. Toevallig (maar toeval bestaat niet) klikte ik het verhaal van de verleiding in de woestijn aan. Geheel in straattaal werd het verhaal verteld: Jezus die ging vasten, ‘ramadanstyle maar dan ook ‘s nachts’. Hij werd verleid door ‘die listige slang’, met een ‘kapsalon’. Een kapsalon! Na veertig dagen vasten zou zelfs ik als vegetariër zwichten voor een kapsalon! (Voor wie nu in verwarring aan een kapper denkt: een kapsalon is een frietje, bedekt met shoarma/döner en veel kaas.)
Vasten, dat is: je dingen ontzeggen die je leuk/ belangrijk/ lekker vindt, en als het je dan voor wordt gehouden toch ‘nee’ zeggen. Zodat je je jezelf en je geloof weer vindt. En ineens wist ik: dit jaar kies ik écht voor mezelf. Ik ga juist wél vasten. Ik ga vasten van te veel werk, te veel leuke opdrachten, te veel sociale en praktische drukte. Veertig hele dagenlang. Zodat ik meer mens kan worden voor God. En als er iets erg leuks/ gezelligs/ belangrijks langs komt dat mijn tijd te veel vult? Dan zeg ik dus dapper nee. Althans, dat is het idee.
Ds. Marloes Meijer