In het kerkblad en op deze site is Amelia Oosterveld al uitgebreid herdacht. Toch willen wij, als redactie van het kerkblad, ook aandacht aan haar overlijden schenken. Amelia was immers, naast heel veel andere hoedanigheden die ze had, jarenlang schrijfster van bijdragen voor ons kerkblad. Jammer genoeg moesten we de laatste jaren haar verhaaltjes missen. Ze had geen inspiratie meer, vertelde ze.
Toen Jan Geevers en ik net lid waren geworden van de redactie, gingen we naar een bijeenkomst voor kerkbladredacties bij het Regionaal Dienstencentrum in Eindhoven. Met grote verbazing en ook wel een beetje jaloezie werd er door andere redacties gereageerd, toen wij vertelden dat wij een heuse columniste hadden. Als eerbetoon plaatsen we nog eenmaal een van Amelia’s columns, uit het bundeltje “Zomaar een stukje” (waarin een aantal van haar verhaaltjes zijn bijeengebracht). Voor onderstaand stukje hebben we gekozen, omdat daarin zo mooi de verschillende werkzaamheden die zij voor onze kerk verrichtte, samenkomen: klokluidster, koster en natuurlijk schrijfster van bijzondere stukjes.
Yvonne Klerk
Klokluiden in Engelen
Een huiswerkopdracht voor de cursus “intuïtief schrijven” die ik onlangs volgde luidde: stuur een briefkaart aan een medecursist en schrijf er iets op. Ik stuurde een kaart van het kerkje van Engelen met de volgende tekst:
Hallo Nel! Sinds 31 jaar woon ik tegenover dit kerkje. “Tegenover” dat wil zeggen: tussen mijn huis en het kerkje liggen een rommelige parkeerplaats, een stukje straat en een pleintje. Vroeger kon ik vanuit mijn huis op de klok kijken, de wijzerplaat is ’s avonds verlicht. Maar de boom die op het pleintje staat is hoger geworden, zodat ik het nu moet doen met de klokslagen op de hele en halve uren.
Sinds kort ben ik koster van het kerkje. Dat betekent dat ik bij bepaalde gelegenheden de klok mag luiden: voorafgaand aan de gewone kerkdiensten, tijdens het bidden van het Onze Vader, bij huwelijken en uitvaarten. Het luiden gebeurt door middel van trekken aan een touw dat midden in het kerkje door het dak naar boven gaat. Dat luiden is een heel precies werkje: als je te hard aan het touw trekt, komt de klok tegen het hout van het torentje. Dan krijg je een geluid alsof de klok gebarsten is. Maar als je het goed doet, dus niet te hard trekken en met het goede ritme, dan zingt het klokje. Een goede vriend zei laatst: een kerkklok is een muziekinstrument dat je kilometers ver kunt horen.
Sindsdien ben ik nog meer trots dat ik klokluidster ben en mensen laat weten dat de dienst begint, dat het Onze Vader gebeden wordt, dat een bruid de kerk binnengaat, of dat er een overledene wordt uitgedragen.
Ben ik dan zo gelovig? Nee, eigenlijk niet. Maar het bespelen van dat instrument door aan het touw te trekken, gebruik makend van een mij ingebakken gevoel voor ritme, onderga ik als een muzikant die voor een groot publiek mag optreden. Ik zou er verslaafd aan kunnen raken. Tot luidens!
Amelia