Vaker dan mij lief is, hoor ik de reclame voorbijkomen over de ideale vakantie, waarin alle denkbare wensen gecombineerd kunnen worden: een cruise. Eerlijk gezegd luister ik er niet naar. Er is een groot verschil tussen horen en luisteren. Daar weten we in de kerk alles van. Maar opeens sprong er een zin uit, die ik blijkbaar niet alleen hoorde, maar ook binnenkwam: één groot avontuur.

Is een cruise één groot avontuur? Als wij met een veerboot oversteken – dat heet tegenwoordig al een mini-cruise – is het voor de kinderen altijd een feest te ontdekken wat er allemaal op de boot aanwezig is. Maar na die eerste wilde rondgang, duurt het vaak nog een hele tijd voor we weer in de haven aanlanden. Een echte cruise lijkt mij juist bijzonder comfortabel, omdat je op rustige wijze van de ene naar de andere haven vaart.

Daar is dan ongetwijfeld van alles te ontdekken, samen met al de anderen die van de boot gaan. En dat mag je van mij ook een avontuur noemen. Maar een echt avontuur is toch het ontdekken van wegen die niet door anderen al platgetreden zijn. Je eigen weg vinden. Niet samen met een massa anderen, maar juist de spanning die samen gaat met de onzekerheid: waar komen we terecht? Soms fantastisch, soms vreselijk.

Wat is het schip van de kerk eigenlijk? Eerlijk gezegd dacht ik dan altijd aan het notendopje op de woelige zee. Een heel avontuurlijk beeld. Maar dat zegt misschien te veel over mijzelf. De kerk heeft misschien wel veel meer gemeen met de cruise. Zo’n schip dat maar met moeite de haven kan bereiken, zo groot. Met alle comfort. Een beetje gedateerd misschien, maar dat heeft ook iets aantrekkelijks. Het voelt vertrouwd.

Als we af en toe (als het druk is) naar één van de Waddeneilanden kunnen varen met een veerboot die normaal al lang uit de vaart is, dan zingt de nostalgie door het hoofd. Alle mooie herinneringen van vorige overtochten, de mensen die er toen waren en alles wat we samen hebben meegemaakt. Dat komt omdat ik die oversteek niet dagelijks maak. Zoals ik er nu niet aan moet denken, dat ik alle lange treinreizen weer met een hondskop zou moeten maken.

Je gaat niet naar de kerk voor het comfort, maar het mag in de kerk best een beetje comfortabel zijn. Omgekeerd ga je niet naar de kerk voor het avontuur, maar het mag af en toe best avontuurlijk zijn. We mogen de paden gaan waarop anderen ons zijn voorgegaan. Maar soms is het nodig een eigen weg te vinden, als het vertrouwde pad doorkruist wordt. Buiten de gebaande wegen treden. Dan moet het gewoon.

Als we de Bijbel lezen, is het geen comfortabel boek. Mensen zijn voortdurend onderweg. Mensen zonder thuis. Maar ze hebben wel vaste grond onder de voeten. Ze weten wat ze willen; ze volgen de stem die hen roept en gaande houdt. Het is allemaal bijzonder avontuurlijk. Pijnlijk onzeker: waar komen we terecht? Maar zo leven ze wel dicht bij God en daarmee dicht bij zichzelf.

Als het te comfortabel wordt, kun je jezelf kwijtraken. Je gaat avontuurlijk noemen, wat het helemaal niet is. Er zijn genoeg christenen elders in de wereld, voor wie het een avontuur is om voor je geloof uit te komen. Een notendopje op de woelige zee. Niet alleen de dag van morgen is onzeker, zelfs de dag van vandaag. Maar ze weten heel erg goed waarom ze christen zijn. Het volgen van Christus is voor hen de vanzelfsprekende weg die ze gaan. Waarheen ook.

 

ds. Roel Knijff