Psalm 118: “Neen, ik zal niet sterven, ik zal leven”.
Ik was wanhopig, ik riep
Jij daar, en Hij gaf antwoord.
Ik ademde op, als nooit eerder
Ik was niet bang meer, voor niemand.
Beter te schuilen bij Hem
Dan te vertrouwen op mensen. Beter te hopen op Hem
Dan te vertrouwen op macht.
Een psalm van dank, verzet, vertrouwen en gedenken. Wij ge- denken de komende weken en dagen hoe we van onder- drukkende machten bevrijd zijn. Vrijheid is belangrijk om je voor in te blijven zetten. Het thema dit jaar is ‘Verzet’. Wij ge- denken hen die niet alleen van hun vrijheid, maar ook van hun leven beroofd werden in die jaren, door haat en rassenwaan.
De Joodse dichter Hans Warren dicht rond 4 mei 1995:
“Gewoon vandaag niet spreken
Van een halve eeuw geleden. Niet denken aan Jeugd toen, ouderdom nu. Aan wat we Destijds niet wisten en wat thans
Op ieders netvlies staat gebrand.”
Wat heeft het gebaat? “Dat gedenken”. Bedoelt hij! Hij eindigt zijn gedicht met de zin: ‘begin maar overnieuw’. Je zou ook kunnen zeggen: Verzet je!
Het verdriet tot je door laten dringen is te pijnlijk voor woor- den. Waarom zoveel onschuldige slachtoffers? Waarom? Omdat ze vreemd waren, vreemd in de ogen van anderen, omdat er een karikatuur van hen gemaakt werd. Er bestond niet alleen Jodenhaat, ook andere groepen vreemdelingen werden gehaat en gevreesd. Hen werd onrecht gedaan. En het gaat maar door! Angst voor de vreemde lijkt universeel, het zit ook in mij en in u. Verzet je! Doe recht!
Ik vraag me af of dat kan zonder te gedenken. Vergeten is ballingschap, herinneren bevrijding (Joods gezegde). De dichter van deze psalm gedenkt. Hij gedenkt dat God redt. Wanneer de eerste christenen deze psalm lazen, dachten ze aan Jezus in zijn passieverhaal.
Staande tegenover de machten: Herodes, Pilatus, Kaiafas. Neen, ik zal niet sterven, ik zal leven. Hier herkenden de vol- gelingen van Jezus ook zijn opstanding. Wij moeten niet zeg- gen dat deze psalm Jezus heeft voorspeld. Wij kunnen wel zeggen dat Jezus deze psalm heeft nagespeeld, beleefd en waar gemaakt. Uitgevoerd met hart en ziel en lijf en leden tot de laatste adem toe. Zo waren er ook mensen in het verzet in 1940-’45, die hun leven gaven in het besef dat wij, als wij an- deren recht doen, de Eeuwige aan onze zijde vinden.
Dank aan Hem, Hij is goed. Hij is vriend voor het leven.
Wil van Egmond