Er zijn groepen mensen die er een sport van maken: mopperen! Ze delen collectieve verontwaardiging, hebben vingerwijzen tot kunst verheven en blinken uit in (schijn)heiligheid en kortzichtigheid. Op social media is het eerder gewoonte dan uitzondering. Ik kan er slecht tegen.
Wat denken we daarmee te bereiken?
Natuurlijk herken ik het óók wel. Soms wil je je verontwaardiging over dingen die gebeuren delen.
Maar volgens mij is het christelijker om dat níet te doen en het alleen te delen met de mensen die het betreft. En dan niet veroordelend, maar vanuit liefde. Vragend, aftastend, voorzichtig. Zodat de ander overeind blijft staan, een antwoord kan geven en evt. zélf tot een eigen (nieuw) inzicht kan komen. Dat kan alleen in een goede relatie. Als je elkaar kent dus, als broeders en zusters onderling. Dat hoeft niet in het openbaar, dat kan volgens mij per definitie niet op de hoek van de straat of op social media.
Daarom mopper ik even in het kerkblad. Lekker openbaar. 😉
Overigens is er ook een andere kant aan dit verhaal. Je kunt de moeilijke dingen ook verzwijgen. Dat lijkt comfortabel en veilig. Maar collectief zwijgen is minstens zo kwalijk als collectieve verontwaardiging.
Door te zwijgen doe je mensen tekort: je neemt een ander of een situatie niet serieus. Wie zwijgt, lijkt onverschillig, of bang. Als niemand je hoort, vergeten mensen dat je bestaat, verlies je je relevantie. Dat geldt voor individuen, maar ook voor een kerkelijke gemeente.
Maar ook hier geldt: rustig aan. Begin met luisteren en analyseren: wat speelt hier, wie zijn de betrokken en wat vinden zij ervan? Wat doe het met hun? Pas daarna kun je een gesprek aangaan en proberen er ook zelf iets over te zeggen.
Dat klinkt vrij lastig en dat is het ook. Maar zwijgen is, net als schreeuwen, doorgaans geen goede optie.
Het lijkt mij mooi wanneer we als kerkgemeente niet als verontwaardigde, opgewonden profeten te werk gaan, maar ook niet onverschillig zwijgen over situaties op persoonlijk en maatschappelijk vlak.
Het lijkt mij mooi dat we elkaar zo (gaan) vertrouwen, dat alles bespreekbaar kan zijn. In ieder geval onderling, in goede balans ook met anderen buiten de gemeente en indien nodig ook in het openbaar.
Dat vraagt in eerste instantie vooral dat we heel goed gaan luisteren. Naar elkaar en naar God. Zodat we gaan verstaan …
Ds. Marloes Meijer