column Tweeterp feb 2023
Na carnaval en vastenavond volgt aswoensdag. Fijn om je kater weg te werken en bij te komen van alle carnavalsactiviteiten. Maar ook onmisbaar in een mensenleven.
Op aswoensdag sta je stil bij de dingen die niet goed zijn in je leven. De ervaring dat je ‘as’ bent. As: de resten van een vuur. Opgebrand, uitgeput, niet langer gloeiend en brandend.
Dat klinkt negatief. En dat is het ook. Het is goed om soms ook even tijd te nemen bij dat wat niet goed is in een mensenleven. Want zoveel mensenlevens kennen ook schaduwkanten, vaak goed verborgen gehouden.
Zo ken ik iemand wiens vader ‘fout’ was in de oorlog. Na de oorlog had hij nooit zijn draai meer kunnen vinden en was hij nors en gesloten naar iedereen. Voor zijn zoon een lastige vader, wiens schamperende, denigrerende opmerkingen hem hebben getekend voor zijn leven. En het gespannen zwijgen van zijn moeder, haar pogingen om alles te sussen, hadden zijn vaders sneren eerder bevestigd dan verzacht. De zoon verwacht nog altijd dat mensen zomaar lelijke opmerkingen kunnen maken, hem eigenlijk maar stom vinden. Daarom houdt hij zich liever wat op afstand in relaties, zoekt hij de lol en lompe grappen op, in plaats van de diepgang. En voelt hij zich vaak erg eenzaam.
Net als dat meisje met dat duistere geheim. De man die haar veiligheid had moeten geven en bescherming, maakt dat zij nooit meer kind kon zijn. Hun geheimpje, zo allesvernietigend zwart, zo ondragelijk zwaar. Ze verborg het, stopte het weg, diep in haar ziel, omdat er niet mee te leven viel. Totdat soms ineens weer de kop op stak. En zij de afgrond voor zich zag, waar ze in zou vallen als ze eraan toegaf, het er liet zijn. De nachtmerries kropen over haar bed en staken hun zwarte klauwen naar haar van angst verstijfde lichaam uit. Angst, verdriet, onbegrip – nog lang niet toe aan woede.
Ieder mensenleven kent zwarte kanten en grote of kleinere geheimen. Mensen doen zichzelf en elkaar zoveel aan. Te hoge verwachtingen, emotionele pijn, verraad, incest, bedrog, machtsvertoon … En dat blijft soms generaties (tot het derde en vierde geslacht, zo verwoordt de bijbel het) voelbaar in families en samenlevingen.
Op aswoensdag kun je stilstaan bij het as in jouw leven, bij de zwaarte en donkerte. Bij dat wat jou tegenhoudt om te leven.
In veel kerken wordt dan een askruisje uitgedeeld. Als teken dat ook jij weet van de zwaarte van het bestaan, van dat wat er mis gaat en wat jij mis deed in het leven.
En nee, níet als teken van God die daarover oordeelt. Dat hoeft God niet te doen, dat doen we zelf maar al te graag.
Nee, het askruisje draagt je als symbool vertrouwen. Op een Geest, die zijn lucht in de as kan blazen en zo weer vuur kan maken. Met Pasen vlamt het vuur weer op. Tot die tijd mag je stilstaan bij het as, en zoeken naar manieren om daarmee om te gaan. In het vertrouwen op een God, die Huub Oosterhuis zo omschrijft:
‘drager van de onnoembare namen,
eeuwige, enige, eerste en laatste,
liefde, kenner van harten,
hoorder van onhoorbaar huilen,
ziener van onafzienbaar lijden,
alwetende, alles meelevende,
die hartstochtelijk niets liever wil
dan levende mensen
lichtgevende ogen
die zijn wil
alles in allen.’ (Huub Oosterhuis)
Aswoensdag, de dag om de pijn die zo vast is gaan zitten wat los te laten, de dag om voorzichtig te kijken naar dat wat je niet onder ogen kunt komen, de dag om de afgrond te bestuderen en te ontdekken of er niet toch ergens een weg vooruit is die leven geeft. Met aan je zijde een God die te vertrouwen is en liefde geeft. Een God die in jou gelooft, ook als jij dat zelf niet kunt.
ds Marloes Meijer