Met enige regelmaat loop ik hard. Ik word er een beter mens van. Door te luisteren naar het ritme van mijn ademhaling (lees: gehijg), mijn voetstappen en het gefluit van de vogeltjes, en te genieten van het uitzicht op natuur, gebouwen of mensen, kom ik tot rust.
Tijdens een van mijn hardlooprondjes, tijdens de laatste bijscholing, zag ik een aantrekkelijk bruggetje, met uitzicht op een prachtig bos in de verte en bloeiende lathyrus vlakbij. Ik besloot dat ik daar even moest gaan zitten om uit te puffen, in de hoopvolle ochtendzon.
Dat was zo’n moment waarop alles goed was. De nacht was voorbij, de dag nog niet begonnen. Het verleden was voorbij, de toekomst lag nog open. Er hoefde even helemaal niets. Het moment had genoeg aan zichzelf.
Het schoot me te binnen dat we het geluk zo vaak zoeken in grote piekmomenten. In grootste prestaties, verre reizen en spannende activiteiten. Heel vaak doen we het uiteindelijk niet, maar we dromen er wel van. Dáár ligt het geluk, achter de horizon. Als ik toch ooit nog eens… ja, dan zal ik gelukkig zijn. En vervolgens zuchten we eens diep en gaan we verder met alle dagelijkse beslommeringen.
Je ziet het ook terug in het geloof. We hopen op grote piekervaringen, te bereiken door lofprijzingen en uitbundig feestelijke bijeenkomsten. Of juist door lange stiltes, meditatie en bijzondere eenvoud. We hopen God te ervaren op bijzondere momenten, we willen grootse hoogten afdwingen en diepe dalen verklaren. De extremen dagen ons uit. We zoeken het grote geluk, zien het al lonken in de verte. We bereiken het niet altijd, maar we geloven: dáár is het, achter de horizon, daar vinden misschien we iets van ons geloof, ons geluk, het ware leven. Als we maar verder… en meer… en anders… en…
Ik vond het hier. Op een eenvoudig bruggetje. Op dat moment in die ochtendzon. In de eenvoud en het gewone. Er waren geen extremen, ik had er niet hard voor gewerkt of over gedroomd. Ik had het zelfs niet verwacht.
We hoeven niet altijd te zoeken naar overweldigende ervaringen, diepe inzichten of grootse visioenen. Soms gebeurt het dat je ze meemaakt of vindt. Maar het ware geluk, de werkelijke geloofsbeleving laat zich ook – of juist – vinden in het alledaagse. En dan is het zo subtiel en onverwacht, dat je er haast aan voorbij draaft.
Ach, het laat zich ook eigenlijk niet beschrijven.
Ik hoop en wens het u toe, deze vakantie, dat u ook zo’n bruggetje vindt. Of een grasveld, of bankje, of… En dat u daar dan zit en er ineens door wordt overvallen. Door zo’n moment van verlichting (vreugde, vervulling, geluk).
Ik wens u een vakantie toe om bij te komen, te genieten en vooral veel gelegenheid om óp te ademen. Want zoveel van het goede van boven, kun je hier beneden al aantreffen. Gewoon bij een bruggetje.
Een goede tijd gewenst!
Marloes Meijer