Recent zat ik in een panel tijdens een bijeenkomst rond het rapport ‘Lichter verkend’ van de PKN. Het rapport zoekt naar wegen om de bestuurslast in kleine gemeentes te verlichten. Het is voor onze kerken ook niet geheel onbekend: de last van alle taken en alle functies die vervuld moeten worden.
Daarnaast loopt deze weken de AKB. Hier ook al zorgen: halen we genoeg op om het nog een tijdje uit te zingen met elkaar?
We willen zo graag dat het dóórgaat, dat kerk zijn, dat gemeenteleven.
Het raakt me, als ik zie hoeveel vrijwilligers eraan trekken, hoeveel mensen zoveel van hun vrije tijd inzetten voor de kerk. Dat is goud waard!
Tegelijk zou ik wensen dat het ons lukt om die zorgen los te laten en weer te gaan doen waar we in geloven. In deze tijd van grote branden, is het misschien niet de beste uitdrukking, maar figuurlijk gesproken bedoel ik dit: “Tradition is not the worship of ashes, but the preservation of fire” (Gustav Mahler). Traditie is niet het aanbidden van as, maar het behoud van vuur.
Wat zet ons in vuur en vlam? Waar dromen we van, als kerken?
We staren ons wat blind op de organisatie en het verleden, maar we vergeten soms waartoe de kerk bestaat.
Zullen we meer tijd en energie steken in geloven, hopen en dromen? Zodat we weer op het spoor komen van dat hogere en diepere doel: de aarde tot een plaats maken waar Gods liefde kan wonen. En dat kan heel lokaal, in onze eigen dorpen beginnen.
Dan is de AKB niet om ‘de kerk in stand te houden’ en dan zit je niet in de kerkenraad niet ‘omdat iemand het moet doen’. Dan werken we aan het waarmaken van een prachtige droom.
Ik sluit af met een lied van Sytze de Vries, uit de bundel ‘Het liefste lied van overzee’. Het eerste en laatste couplet zijn hetzelfde:
De kerk is waar mensen Gods liefde bezingen,
Wij weten ons door hem gewild en bemind.
De kerk is waar wij in het voetspoor van Christus
die liefde bewijzen aan elk mensenkind.
Ds. Marloes Meijer