Ergens in Palestina, in de anonimiteit van het machtige Romeinse Rijk, woont een jonge vrouw die onverwachts een bezoek krijgt waardoor haar leven totaal verandert. Het is een boodschapper van God die haar uitnodigt en op antwoord wacht. “Gegroet Maria”, zegt de engel, en hij openbaart haar de grote liefde van God voor haar en vraagt haar om mee te werken aan de uitvoering van diens plan met de mensheid. Verbaasd en verheugd ontvangt Maria het geschenk van deze persoonlijke ontmoeting met de Heer. En vol vertrouwen in de liefde van God zegt zij haar edelmoedige ‘ja’ aan dit nog onbekende plan. Ze stelt zich in totale overgave ten dienste van Hem en van de mensen, en ze laat ons allen door haar lichtend voorbeeld zien wat het betekent de wil van God te volgen.
Om zijn plannen te kunnen uitvoeren heeft God mensen nodig die zich met de nederigheid en beschikbaarheid van een dienaar aan Hem overgeven. Door deze houding geeft Maria aan God alle ruimte voor zijn scheppende activiteit. Ook wij kunnen luisteren naar het ‘woord’ dat God tot ons richt en zo in het hier en nu een klein mozaïekstukje toevoegen aan zijn plan van liefde.
Onze broosheid of een gevoel van onmacht zouden ons kunnen blokkeren. Daarom kunnen we het woord van de engel ter harte nemen: “Voor God is niets onmogelijk”.[1] Vertrouw meer op zijn almacht dan op eigen krachten. Dat bevrijd je van de gedachte dat je alles zelf moeten kunnen en het maakt krachten in je vrij die je niet dacht te hebben. Het stelt je in staat ook zelf lief te hebben.
In deze tijd, waarin we ons voorbereiden op Kerstmis, kunnen ook wij proberen om net als Maria zijn stem te herkennen in ons geweten, dat dan door het Woord wordt verlicht en gevoelig wordt voor de noden van de mensen die we ontmoeten. En we kunnen ons afvragen: op wat voor manier kan ik vandaag een aanwezigheid zijn van Jezus en daar waar ik ben meehelpen om van de menselijke samenleving een familie te maken. “Laat er met mij gebeuren”, kunnen we zeggen en aan God de mogelijkheid geven om rondom ons vrede en vreugde te verspreiden.
Letizia Magri
[1] Vgl. Luc.* 1, 37.